Vragen m.b.t. het opmaken van een asbestattest

Wordt u geblokkeerd door een opgemaakt attest waar foutief “volledig gebouw” werd aangeduid?

Wordt u geblokkeerd door een opgemaakt attest waar foutief “volledig gebouw” werd aangeduid?

Als u geblokkeerd wordt door een opgemaakt attest, contacteer dan eerst de ADI in kwestie.

Indien dit niet lukt, vul dan het klachtenformulier in op de website van OVAM. Vergeet vooral niet het attestnummer in te vullen van het attest waardoor u geblokkeerd wordt. OVAM bezorgt uw klacht dan aan de certificatie-instelling van de deskundige, die aansluitend de deskundige zal verzoeken om het attest aan te passen.

COPRO mag enkel in specifieke situaties zelf de blokkering tijdelijk opheffen voor de aangesloten deskundigen. Het is steeds de verantwoordelijkheid van de deskundige om het attest te actualiseren en gedeeltelijk gebouw aan te duiden.

Heeft u inhoudelijke vragen over het opmaken van asbestattesten?

Heeft u inhoudelijke vragen over het opmaken van asbestattesten?

De meeste inhoudelijke vragen over het opmaken van attesten worden al in de leidraad van OVAM beantwoord. Deze leidraad is beschikbaar op de pagina vakinformatie voor het asbest attest op de OVAM website. Indien u in de leidraad zelf het antwoord niet terugvindt, kan u uw antwoord zoeken in de Veelgestelde vragen pagina van de OVAM of op deze FAQ-pagina van COPRO. Indien u het antwoord niet vindt dan kan u een email sturen naar asbest@copro.eu zodat we uw vraag grondig kunnen onderzoeken.

Hoe bepaal ik het bouwjaar als ADI?

Hoe bepaal ik het bouwjaar als ADI?

Het bouwjaar zoals opgenomen in de kadastrale legger is het referentiebouwjaar om te evalueren of de constructie een risicobouwjaar heeft en primeert steeds op andere informatiebronnen. In het kadaster wordt het bouwjaar geregistreerd op het moment dat een nieuw gebouw in gebruik wordt genomen. Als het referentiebouwjaar niet gekend is op basis van een kadastrale legger, kunnen nog 3 categorieën van documenten gebruikt worden om het bouwjaar van een toegankelijke constructie te bepalen, maar moet er een correctiejaar worden bijgeteld:

  • Cat I: documenten na oplevering van de werken: vermelde bouwjaar + 0 jaar;
  • Cat II: documenten tijdens de uitvoering van de werken vermelde bouwjaar +1 jaar;
  • Cat III: documenten voor de uitvoering van de werken: vermelde bouwjaar +2 of +3 jaar (zie hieronder).

De te onderzoeken TCR is bijna volledig afgebrand. Hoe ga ik hiermee om?

De te onderzoeken TCR is bijna volledig afgebrand. Hoe ga ik hiermee om?

Er moet een attest worden opgemaakt, aangezien het originele bouwjaar blijft gelden. 

Ga na welke zones, ruimtes en verdiepingen nog geïnspecteerd kunnen worden. In principe zal de buitenschil steeds geïnspecteerd kunnen worden, tenzij er een onmiddellijk gevaar bestaat wegens structurele schade.

Voor de binnenruimtes dient u rekening te houden met de vastgestelde toestand van de TCR. Indien er een veiligheidsrisico bestaat wegens structurele schade (bijvoorbeeld instortingsgevaar), dan kan u beperkingsfiches invoeren voor de ruimtes of zones die niet geïnspecteerd kunnen worden.

Voor de ruimtes of zones die u niet kan inspecteren tracht u zoveel mogelijk bewijsmateriaal op te vragen bij de eigenaar. Belangrijke informatie kan dan in een adviesfiche besproken worden, naast de reeds opgemaakte beperkingsfiche.

Indien er nog asbestverdachte toepassingen aanwezig waren in het gebouw tijdens de brand, dan is de inspectielocatie mogelijks gecontamineerd. Draag om die reden de nodige PBM’s (Tyvec cat III type 5/6, FFP3 masker, overtrekschoenen en dergelijk meer) en voer voldoende onderzoek uit naar eventuele contaminatie van de geïnspecteerde zone.

Hoe ga ik om met asbestverdachte toepassingen in de gemeenschappelijke delen terwijl dit buiten de scope van mijn inspectiegebied ligt?

Hoe ga ik om met asbestverdachte toepassingen in de gemeenschappelijke delen terwijl dit buiten de scope van mijn inspectiegebied ligt?

Ga steeds na of het statuut van de toepassing beschreven staat in de akte. Bestaan er geen bewijsdocumenten die het statuut van de toepassing staven, dan mag de ADI de toepassing in een bronfiche opnemen in beide attesten (privatief en gemeenschappelijke delen).  

Er wordt ten sterkste aangeraden om voor bepaalde toepassingen, die tot de gemeenschappelijke delen behoren, toch een adviesfiche op te maken in het attest van de privatieve delen (vb. appartement). Denk aan asbestverdachte leidingisolatie in de kelderverdieping.
Op die manier worden gebruikers van het attest correct geïnformeerd en op de hoogte gebracht van potentiële risico’s.

Hoe ga ik om met technische ruimtes of installaties zoals liftkamers, machinekamers en hoogspanningscabines?

Hoe ga ik om met technische ruimtes of installaties zoals liftkamers, machinekamers en hoogspanningscabines?

Onderzoek naar technische installaties mag alleen gebeuren door bevoegde en bekwame deskundigen of door deskundigen die zich door bevoegde en bekwame personen laten begeleiden.

De afwezigheid van een bevoegde persoon voor het onderzoek van liftgerelateerde ruimtes kan enkel tot een beperkingsfiche leiden, mits voldoende motivatie én de aanwezigheid van asbestinventaris voor het welzijn op het werk waarin de verschillende delen/ruimtes van de lift(schacht) staan beschreven die nu niet onderzocht konden worden. Zonder inventaris volgens de CODEX kan in geen geval een beperkingsfiche opgemaakt worden voor liftgerelateerde ruimtes. Hiervoor verwijzen we graag naar nieuwsbrief 13 van de OVAM.

Om een liftschacht te inspecteren en te betreden zijn er speciale maatregelen en veiligheidsprocedures nodig. De ADI of het procesgecertificeerd bedrijf dient dit voorafgaand te overleggen met de eigenaar in aanwezigheid van een onderhoudstechnieker of een veiligheidsinspecteur van de lift. Men kan best de inspectie op voorhand inplannen wanneer er een onderhoud of een veiligheidsinspectie aan de lift wordt gepland.

Voor technische ruimtes, anders dan de lift, mag in geen geval een beperkingsfiche opgemaakt worden. Lees hiervoor nieuwsbrief 13 van de OVAM na.

Dien ik een autostaanplaats op te nemen in het asbestattest?

Dien ik een autostaanplaats op te nemen in het asbestattest?

  • Nee, er is geen asbestattest nodig, wanneer een autostaanplaats apart verkocht wordt.
  • Ja, er is een asbestattest nodig die de autostaanplaats mee opneemt, wanneer dit samen met een TCR verkocht wordt. Denk aan een autostaanplaats in een ondergrondse garage, dat samen met een appartement verkocht wordt. De autostaanplaats dient geïnspecteerd te worden en op de plannen aangeduid te worden.

Autostaanplaatsen kunnen als volgt voorkomen:

  • Op een marktplein of een bovengronds parkeerterrein: de staanplaats is een constructie, maar is niet toegankelijk (niet overdekt door een dak met constructie-elementen).
  • Als onderdeel van een gebouwencomplex (bijvoorbeeld een appartementsgebouw): de staanplaats is een constructie, maar is niet toegankelijk (an sich heeft de staanplaats geen constructie-elementen die het dak dragen, de staanplaats maakt deel uit van een toegankelijke constructie i.e. een constructie dat een dak heeft gedragen door constructie-elementen.

Er is een duidelijk verschil tussen een autostaanplaats en een constructie zoals een garage. Deze laatste constructies zijn normaliter toegankelijk, want ze hebben doorgaans een dak (luifel) met constructie elementen (wanden, garagepoort).
Autostaanplaatsen die bestaan uit een verharding (beton, asfalt) afgebakend door twee verflijnen zijn in geen geval te beschouwen als TCR’s, maar dienen wel geïnspecteerd te worden als ze behoren tot een opdracht waarvoor een asbestattest nodig is.
Opgelet: Asfalt heeft een bitumineus bindmiddel en dient als asbestverdacht beschouwd te worden. Dit kan u hier nalezen in de materiaalfiche van de roofing, gepubliceerd door de OVAM.

De huurder weigert toegang tot de TCR die ik dien te onderzoeken. Wat doe ik?

De huurder weigert toegang tot de TCR die ik dien te onderzoeken. Wat doe ik?

Wanneer de toegang geweigerd wordt door de huurder/nutsgebruiker is dit geen geldige reden om een beperkingsfiche op te maken. Het is aan de opdrachtgever om de nodige stappen te ondernemen om u toegang tot het pand te verlenen.

In overeenstemming met de huurwetgeving, is de huurder verplicht om na kennisgeving (bv. aangetekend schrijven) de verhuurder bezoekrecht te verschaffen tot de woning.  Indien de huurder weigert om de verhuurder toe te laten, kan dit afgedwongen worden via de (vrede)rechter. Informatie over huurwetgeving, en wat te ondernemen bij huurgeschillen, kan je terugvinden op de website van wonen Vlaanderen.

Hoe neem ik een onderdak op dat niet-inspecteerbaar is?

Hoe neem ik een onderdak op dat niet-inspecteerbaar is?

Het onderdak is een belangrijke toepassing die voldoende aandacht verdient tijdens een inspectie. 

Het optillen van een dakpan valt binnen de inspanningsverplichting van de asbestdeskundige inventarisatie. Dit kan op verschillende manieren (niet-limitatieve lijst): 

  • Langs een Velux, eventueel m.b.v. een ladder
  • Vanop een ladder voor een hellend dak tot en met 3.50 m
  • Vanop een ladder op een plat dak (vb. hellend dak hoger dan 3.50 m)

Is het optillen van een dakpan in theorie mogelijk, maar blijkt het in de praktijk niet haalbaar te zijn? Dan dient de ADI een beperkingsfiche op te maken voor het onderdak. 

Voorbeelden (niet-limitatief):

  • Langs Velux: Dakpannen vastgevezen rond de Velux. Dakpannen verderop zijn niet vastgevezen, maar vallen buiten het bereik van de ADI. In theorie kan een dakpan opgetild worden, in de praktijk is dit niet haalbaar. 
  • Vanop de ladder: Hellend dak bevindt zich hoger dan 3.50 m. In theorie kan een dakpan opgetild worden, in de praktijk is er een beperking wegens hoogte. 
  • Vanop plat dak: Hellend dak (>3.50m) kan bereikt worden vanop het plat dak (<3.50m tussen plat dak en hellend dak), maar de ladder kan niet op een veilige manier op het plat dak geplaatst worden (vb. geen raam dat uitgeeft op het plat dak). Ook dit is een beperkingsfiche wegens hoogte. Motiveer ook waarom het hellend dak niet geïnspecteerd werd door het plaatsen van een ladder op het plat dak. 

Is het dak bedekt met leien en is het dak langs de binnenzijde afgewerkt, dan wordt er ten sterkste aangeraden om een adviesfiche op te maken voor het onderdak. 

Dakleien kunnen niet opgetild worden en de afwerking langs binnenzijde dient niet gedemonteerd te worden in het kader van een niet-destructief onderzoek. Beide handelingen vallen buiten de inspanningsverplichting van de deskundige. In theorie kan het onderdak niet geïnspecteerd worden, in de praktijk ook niet. In dat geval kiest de deskundige voor een adviesfiche. 

Het opmaken van een bronfiche en een beperkingsfiche worden opgelegd door het inspectieprotocol. Een adviesfiche is optioneel, maar wordt ten sterkste aangeraden wanneer het onderdak niet geïnspecteerd kon worden. 

Verder is het optillen van een dakpan een steekproef, de deskundige tilt dan ook best een aantal dakpannen op verschillende plaatsen op om zekerder te zijn van de eigen vaststelling. 

Zo kan het voorvallen dat de Velux later werd geplaatst, dan is het onderdak rond de Velux waarschijnlijk vervangen. Verderop ligt mogelijks wel een asbestverdacht onderdak, dat de asbestdeskundige niet altijd kan vaststellen. 

Geef extra duiding over de steekproef in de notitie. Bijvoorbeeld: Langs beide zijden van de Velux werd een dakpan opgetild. Hier werd geen asbestverdacht onderdak vastgesteld. Dit geeft geen uitsluitsel over de totaliteit van het dak.

We raden aan om ook een foto van de handeling (optillen dakpan) te nemen, dit staaft de uitgevoerde inspanning. 

Opgelet bij geïsoleerde zolders! Lever voldoende inspanning om op zoek te gaan naar een losliggend stuk isolatie, een kier of opening. Dit is voldoende om een asbestverdacht onderdak te kunnen vaststellen. 

Hoe weet ik hoeveel attesten er nodig zijn in geval van studentkamers of studio’s?

Hoe weet ik hoeveel attesten er nodig zijn in geval van studentkamers of studio’s?

In het inspectieprotocol staat duidelijk vermeld dat er maximaal één wooneenheid per inspectiegebied mag aanwezig zijn. Een wooneenheid wordt gedefinieerd als de minimale nodige woonvoorzieningen aanwezig zijn:

  1. woonruimte (met slaapruimte);
  2. een eigen toilet;
  3. een eigen bad of douche;
  4. een eigen keuken of kitchenette;
  5. een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde circulatieruimte.

Het collectieve woongebouw bezit gemeenschappelijke ruimten (=gedeelde circulatieruimten), zoals bij een appartementsgebouw, die ook toegang geven aan de studio’s. Bijgevolg zijn deze studio’s verschillende wooneenheden en is er dus een asbestattest nodig per studio.

Een apart asbestattest voor de gemeenschappelijke gebruikte delen (1 eigenaar) is bij overdracht pas verplicht vanaf 1 mei 2025 voor. Generiek blijft de verplichting voor de gemeenschappelijk gebruikte delen op 2032.
Een apart asbestattest voor de gemene delen (verschillende eigenaren/VME) is zowel bij overdracht als generiek nodig vanaf 1 januari 2027.

Hierover kan u meer lezen in nieuwsbrief 10 en 13 van de OVAM.

Opmerking: Een studentenkamer zonder eigen toilet, eigen bad of douche noch eigen keuken of kitchenette kan niet autonoom functioneren zonder gedeelde badkamer, toilet en keuken (of één van deze). Een studio daarentegen beschikt wel over deze functies. De studentenkamer is dus in tegenstelling tot de studio geen wooneenheid.

Kan het asbestinventarisattest dienen als wettelijke inventaris van een bedrijf?

Kan het asbestinventarisattest dienen als wettelijke inventaris van een bedrijf?

Nee, het asbestinventarisatieattest is een gewestelijke materie (Vlaanderen) en gaat over vooral milieu en volksgezondheid.

De relatie werkgever – werknemer is een federale bevoegdheid, de CODEX dient dus geraadpleegd te worden. Het opstellen van een inventaris van alles wat asbest bevat in een bedrijf is een cruciaal onderdeel van de bescherming van werknemers. Hoewel dit een verplichting is, beschikt een belangrijk deel van de ondernemingen en instellingen nog steeds niet over een asbestinventaris.

Is een kachelkoord vrij aan de binnenlucht en binnenluchtstromen of enkel vrij aan de binnenlucht?

Is een kachelkoord vrij aan de binnenlucht en binnenluchtstromen of enkel vrij aan de binnenlucht?

Een kachelkoord zal in vele gevallen vrij zijn aan binnenluchtstromen door convectiestromen of versterkte stromen door schouweffect.
De beoordeling van de afschermingsgraad blijft echter situatie-afhankelijk.

Hou rekening met onderstaande vragen voor de bepaling van de afschermingsgraad (niet-limitatieve lijst):

  • Open of gesloten verbrandingssysteem?
    Er wordt gesproken over een open systeem verbranding, wanneer de zuurstof voor de verbranding uit de ruimte wordt gehaald. Bij een gesloten systeem wordt zuurstof van buiten toegevoerd aan de verbranding.
  • Koord aan de binnenzijde van de kacheldeur of aan de buitenzijde van de kacheldeur?
  • Kan en moet de kacheldeur open om de verbranding gaande te houden? Bijvoorbeeld houtkachel waarbij hout regelmatig zal toegevoegd worden om het vuur te voeden.
  • Is de kachel nog aangesloten of valt het onder roerend goed of afval?
  • ...

Roetluiken, rookgaskanalen, pakkingen, vensterbanken boven radiatoren en andere toepassingen aan HVAC-infrastructuur zullen in vele gevallen vrij zijn aan binnenluchtstromen. Maar ook hier dient de situatie kritisch benaderd te worden, om zo de correcte afschermingsraad te bepalen.

Maak ik een afdruipzone op rondom asbesthoudend afval?

Maak ik een afdruipzone op rondom asbesthoudend afval?

Afdruipzones worden alleen opgemaakt bij dak- of gevelbekledingen en dus niet bij afval.

Hoe lang kan je een inventaris de status in opmaak behouden?

Hoe lang kan je een inventaris de status in opmaak behouden?

Op dit ogenblik kan een inventaris in principe onbeperkt in opmaak blijven staan.

Zolang het in opmaak staat kan een andere ADI echter ook een inventaris opstarten op die locatie en het attest genereren. Van zodra een andere ADI een attest genereerde op dezelfde locatie, kan de eerste ADI zijn of haar inventaris niet meer finaliseren.

Dien ik cementeringen als asbestverdacht te beschouwen?

Dien ik cementeringen als asbestverdacht te beschouwen?

Cementering als afwerking/smeerlaag is een in situ toepassing en dient als asbestverdacht beschouwd te worden of kunnen asbestverdacht zijn. Het is aan de ADI om op basis van diens kennis en expertise te motiveren waarom iets al dan niet asbestverdacht is, conform het inspectieprotocol. De expertise bestaat uit minstens de huidige kennis in de sector.

De ADI wordt ook verondersteld om die huidige kennis op te volgen via persoonlijke, permanente vorming. Het is belangrijk dat u, als ADI, continu op de hoogte blijft van de laatste richtlijnen en inzichten in een sector die snel evolueert.

Andere

Mag ik het logo van de OVAM op mijn website plaatsen als ik ADI ben?

Mag ik het logo van de OVAM op mijn website plaatsen als ik ADI ben?

Het beleid van de OVAM bepaalt dat commerciële bedrijven het logo van de OVAM niet mogen gebruiken in officiële communicatie of documenten naar klanten toe, uitgezonderd in het geval van samenwerkingsprojecten. Het gebruik van het logo van de OVAM op de website van een ADI is dus niet toegelaten.

Wat mag wel? De OVAM vermelden in officiële communicatie of documenten naar klanten toe of het logo gebruiken in presentaties om naar de OVAM te verwijzen.

Wat moet ik doen als de naam van mijn rechtspersoon wijzigde?

Wat moet ik doen als de naam van mijn rechtspersoon wijzigde?

De naam van de procesgecertificeerde ADI die u terugvindt in de databank en op de asbestattesten wordt via ‘Gebruikersbeheer Vlaanderen’ uit de KBO gehaald.

Wijzigde de officiële naam van uw rechtspersoon dan moet u eerst nagaan of de aanpassing al zichtbaar is in de KBO. Gebruikersbeheer Vlaanderen werkt de namen van de rechtspersonen slechts periodiek bij. Daarom neemt u na de aanpassing in de KBO best contact op met Gebruikersbeheer Vlaanderen via de ‘1700’ om te vragen om de naamswijziging bij hen ook door te voeren.

Contacteer de helpdesk van Gebruikersbeheer Vlaanderen:

  • Bel, mail of chat gratis met 1700

Breng ook uw certificatie-instelling op de hoogte van de naamswijziging. Zij passen de naam dan aan in het certificatieplatform zodat de naam van het bedrijf ook correct verschijnt op de lijst van de procesgecertificeerde bedrijven op de website van de OVAM.

Heeft u een email gestuurd naar COPRO en nog geen antwoord ontvangen?

Heeft u een email gestuurd naar COPRO en nog geen antwoord ontvangen?

We hebben uw bericht goed ontvangen. Houd rekening met enkele dagen verwerkingstijd om uw vraag te kunnen behandelen. Wij proberen steeds binnen de 2 werkdagen te reageren.

Heeft u vragen of opmerkingen op een verslag van een uitgevoerde deskcontrole en/of terreinaudit?

Heeft u vragen of opmerkingen op een verslag van een uitgevoerde deskcontrole en/of terreinaudit?

Bij vragen of opmerkingen op een verslag, kunt u best terecht bij de auditor die de deskcontrole of terreinaudit heeft uitgevoerd. Stuur uw vraag of opmerking via email naar asbest@copro.eu en we zorgen dat dit bij de juiste persoon terechtkomt.