Wanneer u slechts een gedeelte van het hoofdgebouw inspecteert, dan dient u het geïnspecteerde gedeelte duidelijk te beschrijven. Dit doet u a.d.h.v. een schriftelijke beschrijving, een situeringsschets en een duidelijke situeringsfoto.

Per geïnspecteerde constructie voegt u een constructiedeel toe. Denk aan een garagebox of kelder horend bij een appartement.

Beschrijving inspectiegebied 1

Selecteer alle geïnspecteerde constructies op het inspectiegebied, ook verhardingen (vb. oprit) en luifels (vb. carport) als die al op de databank ingetekend staan. Verhardingen of luifels herkent u aan het gearceerde gedeelte.

Beschrijving inspectiegebied 2

Constructies bestaande uit asbestverdachte materialen en die nog niet ingetekend staan op de GIS-kaart, tekent u handmatig bij in de databank. Denk aan een scheidingsmuur tussen twee tuinen met asbestverdachte dekstenen. Worden er geen asbestverdachte toepassingen vastgesteld op een constructie, dan dient deze niet ingetekend te worden op de GIS-kaart. TCR’s worden wel steeds ingetekend op de GIS-kaart, ook wanneer er geen asbestverdachte toepassingen werden vastgesteld tijdens de inspectie.